Een aantal jaren geleden was er veel te doen over BPA, een chemische stof die in veel plastic producten te vinden is en schadelijke eigenschappen heeft. Zo kan de stof BPA effect hebben op de vruchtbaarheid, op het immuun- en hormoonsysteem en kan het schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Hoe veilig is ons plastic eigenlijk in relatie tot gezondheid? Plastic is alom aanwezig en niet altijd te vermijden, al vervang je nog zoveel materialen in je eigen omgeving. Ook bestaan er nogal veel verschillende plasticsoorten, waarvan sommige veiliger zijn dan andere. We schreven er in het verleden blogs over, waar we in dit artikel naar zullen verwijzen. De vraag blijft nog altijd actueel en we lichten een aantal termen uit in dit artikel.
BPA of BPS
Sinds 2010 schreven we al meer dan 10 blogs over Bisphenol A (BPA) . De stof wordt gebruikt om kunststoffen zoals PC (polycarbonaat) te maken, maar ook om de binnenkant van blikjes mee te bekleden en je vindt het ook in kassabonnen en pizzadozen. Gelukkig zijn de regels rondom BPA of Bisfenol A voluit, steeds strenger geworden voor het gebruik in verpakkingen voor voedsel. BPA was ook te vinden in baby- en kinderproducten bedoeld voor eten en drinken. Juist deze doelgroep is extra kwetsbaar, omdat zij nog gevoeliger zijn voor hormoonverstorende stoffen vanwege de ontwikkeling van hun lichaam. Sinds 2011 is het daarom verboden te gebruiken in babyflessen. In 2018 zijn daar drinkbekers en verpakkingen van voedsel bestemd voor baby’s en peuters tot 3 jaar bij gekomen. In sommige landen is de stof helemaal verboden voor gebruik in voedselverpakkingen. In Nederland is dat niet het geval, omdat niet bekend is of de alternatieven die beschikbaar zijn wel veilig zijn.
BPS (Bisfenol S) is een chemische stof die veel lijkt op BPA, net als BPA kan het effect hebben op de vruchtbaarheid, het hormoonsysteem en de foetus. De wet geeft voor materialen die in contact komen met voedsel aan hoeveel BPS er maximaal mag vrijkomen. In de EU zijn wel veranderingen gaande om alle bisfenolen die hormoonverstorend kunnen werken, te verbannen uit materialen voor verpakking, maar ja…….geregeld is het nog niet helaas.
Weekmakers en ftalaten
Ook de term weekmakers of ftalaten heb je vast al eens voorbij horen komen. Wanneer we kijken naar de term weekmakers vinden we onder andere de omschrijving van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, zij omschrijven weekmakers als stoffen die kunststof producten zacht en buigzaam kunnen maken. Ze komen langzaam vrij uit het materiaal waarin het verwerkt is. Ze kunnen ook in het lichaam komen door aanraking, inademing of via de mond. Denk maar aan het sabbelen of bijten op speelgoed wat baby’s en kleine kinderen vaak doen. Daarom is het bij deze doelgroep extra belangrijk hierop te letten. De weekmakers kunnen namelijk schadelijk zijn voor je gezondheid. Gelukkig zijn hier wel afspraken over gemaakt binnen de EU, maar het is altijd goed om zelf alert te zijn. Voor producten van buiten de EU gelden die afspraken niet, daarom is het goed om daar op te letten bij aankoop van producten bij buitenlandse aanbieders.
Als weekmaker worden verschillende (chemische) stoffen gebruikt, ftalaten zijn daar een bekende van. Ze hebben invloed op de vruchtbaarheid en ontwikkeling van het ongeboren kind en sommige daarvan ook op ons hormoonsysteem.
PES en PPSU
PES (Polyethersulfon) en PPSU (Polyfenylsulfon) zijn sterk en doorzichtig plastic en worden onder andere gebruikt voor het maken van babyflessen. Bij het maken van PES en PPSU kan BPS worden gebruikt.
HDPE, LDPE, PP, PS, CPE, EPS, PA, SAN, ASA, SPS, SBS, TPE
Het zijn nogal wat afkortingen… Ze definiëren om welk soort plastic het gaat.
Het is niet zomaar te zeggen dat de ene soort plastic veiliger is dan een andere soort en zelfs binnen een categorie plastic kunnen ook weer verschillen bestaan. In feite geldt voor alle plastics, dat een plastic getest moet zijn voor het doel waar het voor gebruikt gaat worden. Dus een verpakking voor groenten die koel bewaard wordt, moet ook voor dat doeleinde geschikt zijn.
Lees in deze twee blogs meer over de verschillende plasticsoorten:
Waar kun je het beste voor kiezen?
Zo min mogelijk plastic gebruiken is natuurlijk sowieso een aanrader. Verder kun je letten op:
Je kunt kijken naar de recycle codes. Op de meeste plastic soorten kun je die vinden. De codes waar nog geen echt enge dingen over zijn gevonden, zijn de codes: 1,2,4 en 5. Het is aan te raden om vooral plastic met het nummer 3 of 6 en meestal ook 7 niet te gebruiken. Het meest onduidelijke van de recycle codes is nummer 7, de zogenaamde restgroep. Die bevat bijvoorbeeld het bpa-bevattende policarbonaat maar ook de nieuwere soorten biologisch afbreekbaar plastic op basis van mais, aardappel- en rijstzetmeel. Altijd goed kijken en zelf onderzoeken waar je mee te maken hebt.
Staat er helemaal geen code op? Je kunt het navragen bij de leverancier, krijg je geen bevredigend antwoord? Kies liever een alternatief, er zijn genoeg andere veiligere opties.
In het geval van BPA en voeding kun je in ieder geval letten op blikjes. Als je iets in glas kunt krijgen dan is dat altijd beter.
Qua gezondheid is het kiezen voor gerecyclede producten ook niet altijd de beste optie, omdat er bij recycling ook schadelijke stoffen gerecycled kunnen worden. Bij nieuw kopen, kun je het beste kiezen voor glas of RVS.
- Vervang zoveel mogelijk plastic door RVS en glas
Dat hoef je niet in één keer te doen, elke keer als er iets aan vervanging toe is, kun je het vervangen door een betere optie. Bewust worden van, is vaak al de eerste stap. Vervang bijvoorbeeld het plastic wat je vaak gebruikt of uit eet en drinkt, voor RVS of glas, dat is al een hele goede zet. Wetenschappers gaven pas na onderzoek van plastic flessen nog aan dat zij echt kiezen voor glas of rvs drinkflessen.