Het leek deze week wel alsof ik per se een blog moest schrijven over E-nummers en andere additieven. Eerst kwam het door mij bestelde boekje “Wat zit er in uw eten” binnen. In dit boekje somt de Franse Corinne Gouget alle E-nummers op en geeft ze een kleur:
- Groen: tot op heden onschuldig bevonden;
- Oranje: tegenstrijdige meningen over, advies aan zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven en kleine kinderen om deze additieven te vermijden;
- Rood: 75% van de door Gouget vergeleken internationale onderzoeken is het er over eens dat het E-nummer giftig is en dus gevaarlijk voor de gezondheid.
Het boekje is bedoeld als informatiebron voor consumenten. Daarna las ik in de Green.2 een artikel over hetzelfde onderwerp.
In Amerika verboden E-nummer in mijn keuken
Toen ik thuis kwam, trok ik mijn keukenla open om alle producten te bekijken die er in lagen. De biologische producten waren gelukkig allemaal goed te doen.
De eerste echte shock kwam bij de vruchtenhagel. Mijn dochtertje is helemaal weg van ‘streepmuisjes’ oftewel vruchtenhagel in de welbekende drie kleuren. Gevoelsmatig vond ik het al niks dat ze dat zo graag at, maar nu ben ik er echt helemaal klaar mee.
Daar zitten namelijk drie ‘rode’ E-nummer in en één daarvan, E104 Chinolinegeel, is écht knalrood want is in de Verenigde Staten en in Australië verboden. Er staat zelfs nog extra bij: Echt vermijden.
De risico’s van dit gele kleurstofje zijn: hyperactiviteit, eczeem, slapeloosheid, risico op allergische reacties, mogelijk kankerverwekkend.
Ik begrijp dus echt niet dat iets wat in andere landen verboden is, wel is toegestaan in Nederlandse producten! Kan iemand mij dat uitleggen??
Zoals je begrijpt was het met de winegums niet veel beter gesteld.
Nog meer schokkende nummertjes?
Er lag nog een pak niet-biologische tortilla’s in mijn la. Tortilla’s vindt mijn dochtertje ook helemaal geweldig, maar vanaf nu koop ik die ook alleen nog maar biologisch. Er zitten acht E-nummers in dat eenvoudige, witte deegpannenkoekje waarvan drie rode…..Dat vind ik dan net even teveel.
Na het lezen van het boekje ben ik ook een stuk achterdochtiger geworden. Fabrikanten gebruiken namelijk meerdere namen voor een bepaald additief, zodat je gewoon maar moet gokken wat er dan precies inzit.
E 621
Een voorbeeld is E 621, oftewel mononatriumglutamaat, gelatine, gistextract en nog een stuk of 20 namen die allemaal willen verdoezelen dat dit stofje erin zit. Zo zit er in de kant en klare kippensoep ‘gistextract’.
E 621 is een smaakversterker die als doel heeft om je meer zin te geven om de producten te eten (daarom gaat de zak met chips altijd helemaal leeg). In Amerika zijn er al restaurants die een bordje buiten hebben hangen met “No MSG here”, MSG is de Engelse naam van E 621.
De Amerikaanse neurochirurg en voedingsdeskundige Russell Blaylock heeft uitgebreid gepubliceerd over de gevaren van MSG en aspartaam (kom ik later op terug) in zijn boek Excito Toxins. Aan de andere kant zijn er ook wetenschappers die aangeven dat het ongevaarlijk is.
Ik ga in ieder geval mijn best doen om het te vermijden, maar er zal best af en toe een bouillonblokje doorheen glippen.
Goede tip
In het artikel van Green.2 stond negen tips van Michael Pollan en deze wil ik jullie toch niet onthouden: “Eet niets wat je overgrootmoeder niet zou herkennen als eetbaar”.
Edit toegevoegd op 19 april: ik kwam online een winkel tegen met verantwoord snoep http://www.snoepvooriedereen.nl/ en dan kiezen voor de fairtrade opties, dat zijn meteen ook de snoepjes zonder ongezonde stoffen.